De ziektekostenverzekeraar mag een preferentiebeleid voeren. Het is aan verzoeker aannemelijk te maken dat een medische noodzaak bestaat voor een ander dan het preferente middel.

Verzoeker krijgt al jarenlang de middelen Nexium en atorvastatine van Pfizer vergoed. Van de apotheek vernam hij dat hier een eind aan zou komen, omdat inmiddels nieuwe preferente middelen waren aangewezen, die hij moest proberen. Verzoeker ondervond eerder bijwerkingen van preferente middelen, en heeft daarom gepleit voor afwijking van het preferentiebeleid in zijn geval. De ziektekostenverzekeraar heeft vergoeding van de niet-preferente middelen afgewezen, omdat een medische noodzaak hiervoor ontbreekt. De commissie beslist tot afwijzing van het verzoek. Het is aan verzoeker de medische noodzaak voor de merkgeneesmiddelen aannemelijk te maken, en hierin is hij niet geslaagd. De enkele vermelding op het recept dat sprake is van een medische noodzaak, is hiervoor onvoldoende. Zo is onduidelijk welke preferente middelen verzoeker eerder heeft geprobeerd, en of hiertoe ook de thans aangewezen middelen behoren.

Volledig document openen (pdf)