Bindend advies GcZ, 3 mei 2022, SKGZ202101119

Bindend advies GcZ, 3 mei 2022, SKGZ202101119

Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen
Uitkomst: Gedeeltelijk toegewezen
Datum uitspraak: 3 mei 2022
Datum publicatie: 3 mei 2022

Verzoekster heeft geen recht op een PGB vv vanaf 1 januari 2020. De ziektekostenverzekeraar moet daarentegen wel een PGB vv aan haar toekennen vanaf 12 mei 2020, in plaats van per 11 juni 2020.

Verzoekster heeft op 12 mei 2020 een aanvraag bij de ziektekostenverzekeraar ingediend voor een PGB vv op basis van een herindicatie die op 17 februari 2020 werd gesteld. De ziektekostenverzekeraar heeft deze aanvraag ten onrechte afgewezen op grond dat de indicatie op het moment dat de aanvraag werd ingediend ouder was dan drie maanden. Omdat verzoekster de aanvraag niet tijdig indiende, gaat het PGB vv echter niet in vanaf de datum waarop de herindicatie is gesteld, maar vanaf de dag waarop de ziektekostenverzekeraar de aanvraag heeft ontvangen. Dit betekent dat de ziektekostenverzekeraar is gehouden aan verzoekster een PGB vv toe te kennen vanaf 12 mei 2020 op basis van 12 uren en 20 minuten persoonlijke verzorging per week. Verzoekster heeft op 11 juni 2020 een nieuwe aanvraag voor een PGB vv ingediend bij de ziektekostenverzekeraar op basis van een indicatie voor 28 uren en 15 minuten persoonlijke verzorging per week. Overeenkomstig deze aanvraag kende de ziektekostenverzekeraar een PGB vv toe vanaf 11 juni 2020. De indicatie is geldig van 11 juni 2020 tot en met 11 juni 2022, zodat de ziektekostenverzekeraar niet is gehouden op basis hiervan een PGB vv aan verzoekster toe te kennen met terugwerkende kracht.

Klacht indienen

Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.

Ik wil een klacht indienen

Gerelateerde uitspraken