De commissie oordeelt uitsluitend in het individuele geval. Medische noodzaak van het niet-preferente geneesmiddel niet aannemelijk gemaakt.

Tussen partijen was aanvankelijk in geschil of verzoeker vanwege medische noodzaak aanspraak had op vergoeding van de door hem gedeclareerde nota's die zien op de terhandstelling van CoAprovel® in 2020. De zorgverzekeraar heeft zich bereid verklaard deze nota's alsnog te vergoeden. Voorts heeft de zorgverzekeraar ter zitting verklaard dat CoAprovel® in 2021, op basis van het voorkeursbeleid van de apotheek, aan verzoeker ter hand is gesteld en dat de kosten door de apotheek rechtstreeks zijn gedeclareerd, waarna deze door de zorgverzekeraar zijn vergoed. Ter zitting is gebleken dat verzoeker thans een verklaring voor recht wenst, inhoudende dat een zorgverzekeraar is gehouden een middel dat op basis van medische noodzaak wordt voorgeschreven zonder meer te vergoeden. De commissie overweegt dat zij uitsluitend in het individuele geval oordeelt en daarom geen verklaring van algemene strekking kan afgeven. In de specifieke situatie van verzoeker kan de gevraagde verklaring evenmin worden afgegeven omdat de medische noodzaak door hem niet aannemelijk is gemaakt. Het gewijzigde verzoek wordt daarom afgewezen.

Volledig document openen (pdf)