Geen aanleiding tot matiging vorderingen; geen opschorting van de aanmelding als wanbetaler bij het CAK.

Begin 2017 is verzoeker gedetineerd geworden. Naar aanleiding van de melding van zijn detentie is de zorgverzekering opgeschort en betaalde hij geen premie meer. Nadat de einde detentieverklaring alsnog werd overgelegd is hem met terugwerkende kracht premie in rekening gebracht voor de zorgverzekering over de periode van november 2017 tot en met april 2020. Verzoeker vordert thans matiging van de openstaande vorderingen alsmede dat de zorgverzekeraar hem moet afmelden als wanbetaler bij het CAK.
De commissie oordeelt dat geen aanleiding bestaat te bepalen dat de vorderingen moeten worden gematigd. Van verwijtbaar handelen van de zijde van de zorgverzekeraar is niet gebleken. Omdat tussen partijen geen betalingsregeling voor de hele schuld is afgesproken is opschorting van de aanmelding van verzoeker als wanbetaler bij het CAK niet aan de orde.

Volledig document openen (pdf)