Bindend advies GcZ, 9 oktober 2019, SKGZ201801556

Bindend advies GcZ, 9 oktober 2019, SKGZ201801556

Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen
Uitkomst: Afgewezen
Datum uitspraak: 9 oktober 2019
Datum publicatie: 14 oktober 2019

Verzoekster wenst in aanmerking te komen voor vergoeding van Persoonlijke Verzorging, die van
3 mei 2018 tot en met 13 juli 2018 is geleverd. Verder is zij van mening dat voor het leveren van Persoonlijke Verzorging het zelfde uurtarief moet gelden, ongeacht of deze zorg in het kader van een persoonsgebonden budget (pgb vv) of als zorg in natura wordt geleverd. De commissie beslist dat de ziektekostenverzekeraar geen vergoeding hoeft toe te kennen voor zorg die in de genoemde periode is geleverd. Het staat namelijk vast dat verzoekster op dat moment geen passende en actuele indicatie had voor Persoonlijke Verzorging. Dit is echter wel een vereiste voor vergoeding. Verder beslist de commissie dat verzoekster geen recht heeft op een ander of hoger uurtarief voor Persoonlijke Verzorging dan is vastgesteld in de verzekeringsvoorwaarden.

Klacht indienen

Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.

Ik wil een klacht indienen

Gerelateerde uitspraken